Recidive van gedetineerden is terug te dringen.

Recidive van gedetineerden is terug te dringen.

Recidive in stand houden? Of: hoe terugval van gedetineerden te voorkomen?

Het percentage ex-gedetineerden dat binnen 2 jaar na vrijlating opnieuw in de fout gaat is 47%. Na een taakstraf of een reclasseringstoezicht is dat minder: 34%
(bron: www.rijksoverheid.nl)

Re-integratie ex gedetineerden schiet ernstig tekort
(bron: raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming; oktober 2017).
In de Blog van Noortje Lina lezen we een aantal oorzaken waardoor recidive in stand wordt gehouden:
• Bij kortgestraften is de detentie tijd te kort voor substantiële activiteiten naar re-integratie. Het betreft hier ruim de helft van de uitstromers (afgelopen jaar in totaal ongeveer 35.000 gedetineerden).
• Doordat er geen wetteljke basis is ontbreek uitwisseling aan informatie tussen de penetiaire inrichtingen (PI) en gemeenten. Hierdoor wordt het in detentie gestarte re-integratieplan niet meegenomen.
• Als een gedetineerde niet terug kan naar de gemeente van inschrijving, willen andere gemeenten niet altijd meewerken aan de opvang. Dit gezien de kosten die ermee gemoeid zijn.
• Regionale plaatsing is steeds minder mogelijk door sluiting van instellingen.
• Schulden groeien vaak in detentie door buiten-regionale plaatsing en het daardoor niet starten van schuldhulpverlening.
• Er zijn te weinig geschikte uitstroomplaatsen in beschermd en begeleid wonen.
• De rol van reclassering is te beperkt. Zij zouden betrokken kunnen worden vanaf de instroom in detentie.

Detentie- en Re-integratieplan
Ter voorbereiding aan terugkeer in de samenleving krijgt elke gedetineerde die langer dan 10 dagen in een PI verblijft een Detentie- en Re-integratieplan (D&R plan).
Het is een document dat constant wordt aangepast. Iedere medewerker die met de gedetineerde werkt, draagt eraan bij. In het D&R-plan staan activiteiten die de gedetineerden volgt, hoe hij zich gedraagt en wat hij vertelt. Kortom, alles wat van belang is om de gedetineerde zo gericht mogelijk te kunnen begeleiden en ondersteunen
(bron: ‘site DJI.nl’).

Een eigen plan
Ik zou ervoor pleiten een plan van de gedetineerde te maken in plaats van een plan over de gedetineerde. Het gaat om een plan waardoor de gedetineerde zicht krijgt op zijn situatie en hem in staat stelt zelf keuzes te maken. Hij kan het zelf vullen, en daardoor wordt het plan persoons-eigen. Doordat maatwerk is gekoppeld aan persoonlijke wensen en mogelijkheden, stijgt de intrinsieke motivatie. Bij ontslag uit de PI neemt de gedetineerde zijn plan (digitaal) mee en overlegt het bij de gemeente die zorg levert. De gedetineerde zorgt zelf voor de overdracht en zijn plan vormt de basis voor het vervolgtraject. In een ideaal plaatje wordt het plan aan het begin van de detentieperiode opgesteld en kan de medewerker van de reclassering dit in en buiten de PI volgen. Kort gestraften starten ook met een eigen plan.
Door de verbondenheid met de client zelf, het in kaart brengen van terugval risicos en een terugvalpreventieplan is de kans van slagen vele malen groter, dan wanneer na de detentieperiode weer opnieuw gestart moet worden.
Op tijd beginnen, met bij-koersen vergroot de kansen op slagen van de terugkeer in de maatschappij. Zie verder: www.visioplan.nl.